
Verloop van de bevalling
Lang, vlot, heftig of soepel; elke bevalling verloopt anders.
Verloop van de bevalling
Iedere bevalling begint anders. Van tevoren is nooit te voorspellen wanneer en hoe de bevalling zal gaan starten. De meeste bevallingen starten met weeën, maar soms kan het beginnen met het breken van de vliezen.
De normale zwangerschapsduur om te bevalling is tussen 37 en 42 weken. Dit is drie weken voor de uitgerekende datum tot twee weken erna. Iedere bevalling bestaat uit een aantal fases: het ontsluitingstijdperk, de uitdrijving en het nageboortetijdperk.
Ontsluitingstijdperk:
Het ontsluitingstijdperk is op te delen in een aantal fasen:
- Voorbereidingsfase: Dit is de fase waarin je lichaam zich, geleidelijk aan, gaat voorbereiden op de bevalling. De weeën zijn begonnen maar deze zijn nog onregelmatig in kracht, hoe lang ze duren en hoe snel ze achter elkaar komen. In deze fase heb je soms wat slijm- of bloedverlies. De baarmoedermond wordt zachter en platter.
- Latente fase: Dit is de fase waarin je weeën regelmatiger worden en vaker komen. Je baarmoedermond wordt helemaal plat en gaat een aantal centimeters open.
- Actieve fase: In deze fase zijn je weeën krachtig, komen ze iedere 3-4 minuten en blijven ook wel 1 tot 1,5 minuut aanhouden. Deze fase eindigt wanneer je volledige ontsluiting hebt (10 cm) en kunt gaan persen.
Hoe lang het ontsluitingstijdperk duurt is voor iedereen anders. Vaak is het wel zo dat het bij een eerste bevalling langer duurt dan bij een tweede of volgende bevalling.
Gemiddeld duurt het bij een eerste bevalling tussen de 8 en 24 uur, bij een tweede of volgende bevalling is dat gemiddeld tussen de 3 en 10 uur.
Uitdrijvingstijdperk:
Tijdens de uitdrijving worden de weeën anders; je ervaart steeds meer druk van het hoofdje op je bekkenbodem en uiteindelijk krijg je onhoudbare persdrang. Je baarmoeder trekt zich helemaal samen om het kindje eruit te persen.
Bij een eerste bevalling kan de tijd van het persen erg verschillen: van ongeveer 30 minuten tot soms 2 uur. Bij een tweede of volgende bevalling is dat vaak 10 tot 30 minuten.
Nageboortetijdperk:
Na de geboorte van je kindje moet ook de placenta (de moederkoek) ‘geboren worden’. Door samentrekkingen van de baarmoeder komt de placenta los van de baarmoederwand. Om de placenta geboren te laten worden, moet je weer iets mee persen.
Het nageboortetijdperk duurt soms een paar minuten, soms een uur. Om ervoor te zorgen dat je niet te veel bloedverlies hebt of om de baarmoeder meer te laten samentrekken, kan een injectie met oxytocine nodig zijn.
Dit is het lichaamseigen hormoon wat ervoor zorgt dat de baarmoeder gaat krampen waardoor de placenta veelal sneller loslaat en het bloedverlies beperkt wordt.